Algemene tevredenheid

Scroll verder

4. Algemene tevredenheid

Tot slot maken we een vergelijking tussen de groep studenten die tot nu toe is beschreven in dit rapport en de overige studenten; de groep studenten zonder bijzondere omstandigheid en studenten die geen belemmeringen ervaren van hun bijzondere omstandigheid. Na de in hoofdstuk 1 beschreven selecties bestaat de groep met een ondersteuningsbehoefte uit 55.475 studenten en de referentiegroep uit 159.899 studenten. We vergelijken deze studenten op hun tevredenheid met het onderwijs. Hiervoor zijn twaalf stellingen aan de studenten voorgelegd, die zij konden beantwoorden op een schaal van zeer ontevreden tot zeer tevreden. Figuur 4.1 toont de resultaten.

Figuur 4.1: Tevredenheid studenten met en zonder bijzondere omstandigheid (Met OB: N=55.475; Zonder OB: N=159.899)

In de figuur is te zien dat de tevredenheid tussen studenten met bijzondere omstandigheden en studenten zonder bijzondere omstandigheden nauwelijks verschillen. Over de informatie vanuit de opleiding, de studeerbaarheid en de toetsing lijken studenten met een bijzondere omstandigheid iets vaker ontevreden, al is dit verschil minimaal. Het lijkt er dus op dat studenten met een ondersteuningsbehoefte, die vaak belemmeringen ervaren op verschillende gebieden, hierdoor niet per se minder tevreden zijn met algemene voorzieningen en ervaringen van hun opleiding of onderwijsinstelling.

Algemene tevredenheid

4. Algemene tevredenheid

Tot slot maken we een vergelijking tussen de groep studenten die tot nu toe is beschreven in dit rapport en de overige studenten; de groep studenten zonder bijzondere omstandigheid en studenten die geen belemmeringen ervaren van hun bijzondere omstandigheid. Na de in hoofdstuk 1 beschreven selecties bestaat de groep met een ondersteuningsbehoefte uit 55.475 studenten en de referentiegroep uit 159.899 studenten. We vergelijken deze studenten op hun tevredenheid met het onderwijs. Hiervoor zijn twaalf stellingen aan de studenten voorgelegd, die zij konden beantwoorden op een schaal van zeer ontevreden tot zeer tevreden. Figuur 4.1 toont de resultaten.

Figuur 4.1: Tevredenheid studenten met en zonder bijzondere omstandigheid (Met OB: N=55.475; Zonder OB: N=159.899) (Bekijk via Tableau)

In de figuur is te zien dat de tevredenheid tussen studenten met bijzondere omstandigheden en studenten zonder bijzondere omstandigheden nauwelijks verschillen. Over de informatie vanuit de opleiding, de studeerbaarheid en de toetsing lijken studenten met een bijzondere omstandigheid iets vaker ontevreden, al is dit verschil minimaal. Het lijkt er dus op dat studenten met een ondersteuningsbehoefte, die vaak belemmeringen ervaren op verschillende gebieden, hierdoor niet per se minder tevreden zijn met algemene voorzieningen en ervaringen van hun opleiding of onderwijsinstelling.