Hoofdstuk 2

Tevredenheid over algemene voorzieningen

Scroll verder

2.1

Inleiding

In de NSE geven respondenten hun oordeel over hun opleiding met tevredenheidsvragen middels een 5-punts Likertschaal, die loopt van zeer ontevreden tot zeer tevreden met in het midden een neutrale optie. Bij deze vragen geven studenten hun oordeel over de opleiding in het algemeen, maar geven ze ook aan hoe tevreden ze zijn met allerlei voorzieningen van de onderwijsinstelling, zoals studiebegeleiding, en toetsing en beoordeling. Deze studentenoordelen worden bijvoorbeeld gebruikt door Studiekeuze123 en de Keuzegids Hoger Onderwijs voor studiekeuzevoorlichting aan toekomstige studenten. Daarnaast kunnen onderwijsinstellingen deze studentenoordelen gebruiken als feedback voor de verbetering van hun opleidingen.

In dit hoofdstuk gaan we in op de tevredenheid van studenten met de opleiding rondom algemene thema’s. Zie Bijlage 2 voor een beschrijving van de specifieke vraagstelling en antwoordcategorieën zoals geformuleerd in de NSE 2024. De vragen over tevredenheid met de opleiding rondom algemene thema’s zijn gesteld aan alle respondenten die de NSE hebben ingevuld. Eerst vergelijken we de tevredenheidsscores van respondenten met een ondersteuningsbehoefte met die van respondenten zonder een ondersteuningsbehoefte. Vervolgens vergelijken we de tevredenheidsscores van respondenten met een ondersteuningsbehoefte van dit jaar (NSE 2024) met die van de vorige drie jaren (NSE 2021, 2022 en 2023).

 

We focussen in dit hoofdstuk op respondenten met een ondersteuningsbehoefte die aangeven minimaal “een beetje” belemmering te ervaren door hun ondersteuningsbehoefte tijdens het studeren. Van de 35.060 respondenten met een ondersteuningsbehoefte in 2024, geven 30.618 (87,3%) aan dat zij in ieder geval bij één van hun bijzondere omstandigheden, beperkingen, ziektes of aandoeningen minimaal “een beetje” belemmering ervaren. In totaal zijn er 50.879 ondersteuningsbehoeften aangegeven door de groep studenten met een ondersteuningsbehoefte. Bij 85% van deze ondersteuningsbehoeften (43.200 ondersteuningsbehoefte) wordt door studenten minimaal “een beetje” belemmering ervaren tijdens het studeren.

2.2

Vergelijk respondenten met en zonder ondersteuningsbehoefte

In deze paragraaf vergelijken we de gemiddelde tevredenheid van respondenten met een ondersteuningsbehoefte met de gemiddelde tevredenheid van respondenten zonder ondersteuningsbehoefte. Respondenten zonder ondersteuningsbehoefte zijn de respondenten die op de vraag “Heb je (behoefte aan) extra ondersteuning naar aanleiding van één of meer bijzondere omstandigheden, beperkingen, ziektes of aandoeningen en geef je toestemming om je antwoorden te verwerken, of wil je deze vraag niet beantwoorden?” geantwoord hebben met “Nee, ik wil deze vraag niet beantwoorden / deze vraag is niet voor mij van toepassing”. Oftewel, deze groep respondenten kan ook bestaan uit studenten die wel een ondersteuningsbehoefte hebben, maar hier geen vragen over willen beantwoorden in de NSE. Ook bij de respondenten zonder ondersteuningsbehoefte focussen we op voltijd bachelor- en masterstudenten in het wo en voltijd bachelorstudenten in het hbo. Vanwege de focus op voltijd hbo- en wo-bachelorstudenten en voltijd wo-masterstudenten, analyseren we de ongewogen scores. De weging is gebaseerd op de gehele NSE-populatie, en daarom niet toepasbaar op onze subpopulatie.

 

In de figuren 2.1, 2.2 en 2.3 – respectievelijk hbo-bachelorstudenten, wo-bachelorstudenten en wo-masterstudenten – zien we dat de gemiddelde tevredenheidsscores van studenten met en zonder een ondersteuningsbehoefte vergelijkbaar zijn.

Figuur 2.1: Vergelijking tevredenheidsscores hbo-bachelorstudenten met en zonder een ondersteuningsbehoefte.

Figuur 2.2: Vergelijking tevredenheidsscores wo-bachelorstudenten met en zonder een ondersteuningsbehoefte.

Figuur 2.3: Vergelijking tevredenheidsscores wo-masterstudenten met en zonder een ondersteuningsbehoefte.

2.3

Vergelijking studenten met een ondersteuningsbehoefte 2021-2024

 

In deze paragraaf vergelijken we de tevredenheidsscores rondom de opleiding van respondenten met een ondersteuningsbehoefte van dit jaar (NSE 2024) met die van de vorige drie jaren (NSE 2021, 2022, 2023). In alle jaren focussen we op voltijd hbo-bachelor-, wo-bachelor- en wo-masterstudenten die aangeven een ondersteuningsbehoefte hebben en daar minimaal ”een beetje” belemmering door ervaren. In 2021 gaat het om 33.779 respondenten met een ondersteuningsbehoefte die aangeven dat zij in ieder geval bij één van hun bijzondere omstandigheden, beperkingen, ziektes of aandoeningen minimaal “een beetje” belemmering ervaren. En in totaal gaat het om 46.423 ondersteuningsbehoeften. In 2022 gaat het om 31.218 respondenten met een ondersteuningsbehoefte die aangeven dat zij in ieder geval bij één van hun bijzondere omstandigheden, beperkingen, ziektes of aandoeningen minimaal “een beetje” belemmering ervaren. En in totaal gaat het om 43.660 ondersteuningsbehoeften. In 2023 gaat het om 33.333 respondenten met een ondersteuningsbehoefte die aangeven dat zij in ieder geval bij één van hun bijzondere omstandigheden, beperkingen, ziektes of aandoeningen minimaal “een beetje” belemmering ervaren. En in totaal gaat het om 47.220 ondersteuningsbehoeften.

In de figuren 2.4, 2.5 en 2.6 – respectievelijk hbo-bachelorstudenten, wo-bachelorstudenten en wo-masterstudenten – zien we voor de meeste voorzieningen zeer vergelijkbare tevredenheidsscores in 2021 t/m 2024. De tevredenheidsscores over de aansluiting met de beroepspraktijk kunnen niet met elkaar worden vergeleken, doordat er sinds 2022 een extra antwoordcategorie bij is gekomen. Daarom is deze categorie niet toegevoegd in de figuren. In 2023/2024 is de vraag over studiebegeleiding voorgelegd aan alle studenten, terwijl in 2021/2022 de vraag alleen is voorgelegd aan studenten die door een selectievraag heen kwamen. Verandering in de tevredenheidsscores kan dus het gevolg zijn van een andere selectie studenten. Over het Engels van de docenten zien we een licht stijgende trend in de tevredenheidsscores van zowel hbo- als wo-studenten met een ondersteuningsvraag. Over het algemeen zijn de verschillen tussen 2021, 2022, 2023 en 2024 echter minimaal.

 

Figuur 2.4 Vergelijking tevredenheidsscores hbo-bachelorstudenten met een ondersteuningsbehoefte in de NSE 2021 - 2024.

Figuur 2.5: Vergelijking tevredenheidsscores wo-bachelorstudenten met een ondersteuningsbehoefte in de NSE 2021 - 2024.

Figuur 2.6: Vergelijking tevredenheidsscores wo-masterstudenten met een ondersteuningsbehoefte in de NSE 2021 - 2024.

Hoofdstuk 2

Tevredenheid over algemene voorzieningen

2.1

Inleiding

In de NSE geven respondenten hun oordeel over hun opleiding met tevredenheidsvragen middels een 5-punts Likertschaal, die loopt van zeer ontevreden tot zeer tevreden met in het midden een neutrale optie. Bij deze vragen geven studenten hun oordeel over de opleiding in het algemeen, maar geven ze ook aan hoe tevreden ze zijn met allerlei voorzieningen van de onderwijsinstelling, zoals studiebegeleiding, en toetsing en beoordeling. Deze studentenoordelen worden bijvoorbeeld gebruikt door Studiekeuze123 en de Keuzegids Hoger Onderwijs voor studiekeuzevoorlichting aan toekomstige studenten. Daarnaast kunnen onderwijsinstellingen deze studentenoordelen gebruiken als feedback voor de verbetering van hun opleidingen.

In dit hoofdstuk gaan we in op de tevredenheid van studenten met de opleiding rondom algemene thema’s. Zie Bijlage 2 voor een beschrijving van de specifieke vraagstelling en antwoordcategorieën zoals geformuleerd in de NSE 2024. De vragen over tevredenheid met de opleiding rondom algemene thema’s zijn gesteld aan alle respondenten die de NSE hebben ingevuld. Eerst vergelijken we de tevredenheidsscores van respondenten met een ondersteuningsbehoefte met die van respondenten zonder een ondersteuningsbehoefte. Vervolgens vergelijken we de tevredenheidsscores van respondenten met een ondersteuningsbehoefte van dit jaar (NSE 2024) met die van de vorige drie jaren (NSE 2021, 2022 en 2023).

 

We focussen in dit hoofdstuk op respondenten met een ondersteuningsbehoefte die aangeven minimaal “een beetje” belemmering te ervaren door hun ondersteuningsbehoefte tijdens het studeren. Van de 35.060 respondenten met een ondersteuningsbehoefte in 2024, geven 30.618 (87,3%) aan dat zij in ieder geval bij één van hun bijzondere omstandigheden, beperkingen, ziektes of aandoeningen minimaal “een beetje” belemmering ervaren. In totaal zijn er 50.879 ondersteuningsbehoeften aangegeven door de groep studenten met een ondersteuningsbehoefte. Bij 85% van deze ondersteuningsbehoeften (43.200 ondersteuningsbehoefte) wordt door studenten minimaal “een beetje” belemmering ervaren tijdens het studeren.

Figuur 2.3: Vergelijking tevredenheidsscores wo-masterstudenten met en zonder een ondersteuningsbehoefte.

2.2

Vergelijk respondenten met en zonder ondersteuningsbehoefte

In deze paragraaf vergelijken we de gemiddelde tevredenheid van respondenten met een ondersteuningsbehoefte met de gemiddelde tevredenheid van respondenten zonder ondersteuningsbehoefte. Respondenten zonder ondersteuningsbehoefte zijn de respondenten die op de vraag “Heb je (behoefte aan) extra ondersteuning naar aanleiding van één of meer bijzondere omstandigheden, beperkingen, ziektes of aandoeningen en geef je toestemming om je antwoorden te verwerken, of wil je deze vraag niet beantwoorden?” geantwoord hebben met “Nee, ik wil deze vraag niet beantwoorden / deze vraag is niet voor mij van toepassing”. Oftewel, deze groep respondenten kan ook bestaan uit studenten die wel een ondersteuningsbehoefte hebben, maar hier geen vragen over willen beantwoorden in de NSE. Ook bij de respondenten zonder ondersteuningsbehoefte focussen we op voltijd bachelor- en masterstudenten in het wo en voltijd bachelorstudenten in het hbo. Vanwege de focus op voltijd hbo- en wo-bachelorstudenten en voltijd wo-masterstudenten, analyseren we de ongewogen scores. De weging is gebaseerd op de gehele NSE-populatie, en daarom niet toepasbaar op onze subpopulatie.

 

In de figuren 2.1, 2.2 en 2.3 – respectievelijk hbo-bachelorstudenten, wo-bachelorstudenten en wo-masterstudenten – zien we dat de gemiddelde tevredenheidsscores van studenten met en zonder een ondersteuningsbehoefte vergelijkbaar zijn.

Figuur 2.1: Vergelijking tevredenheidsscores hbo-bachelorstudenten met en zonder een ondersteuningsbehoefte.

Figuur 2.2: Vergelijking tevredenheidsscores wo-bachelorstudenten met en zonder een ondersteuningsbehoefte.

2.3

Vergelijking studenten met een ondersteuningsbehoefte 2021-2024

 

In deze paragraaf vergelijken we de tevredenheidsscores rondom de opleiding van respondenten met een ondersteuningsbehoefte van dit jaar (NSE 2024) met die van de vorige drie jaren (NSE 2021, 2022, 2023). In alle jaren focussen we op voltijd hbo-bachelor-, wo-bachelor- en wo-masterstudenten die aangeven een ondersteuningsbehoefte hebben en daar minimaal ”een beetje” belemmering door ervaren. In 2021 gaat het om 33.779 respondenten met een ondersteuningsbehoefte die aangeven dat zij in ieder geval bij één van hun bijzondere omstandigheden, beperkingen, ziektes of aandoeningen minimaal “een beetje” belemmering ervaren. En in totaal gaat het om 46.423 ondersteuningsbehoeften. In 2022 gaat het om 31.218 respondenten met een ondersteuningsbehoefte die aangeven dat zij in ieder geval bij één van hun bijzondere omstandigheden, beperkingen, ziektes of aandoeningen minimaal “een beetje” belemmering ervaren. En in totaal gaat het om 43.660 ondersteuningsbehoeften. In 2023 gaat het om 33.333 respondenten met een ondersteuningsbehoefte die aangeven dat zij in ieder geval bij één van hun bijzondere omstandigheden, beperkingen, ziektes of aandoeningen minimaal “een beetje” belemmering ervaren. En in totaal gaat het om 47.220 ondersteuningsbehoeften.

In de figuren 2.4, 2.5 en 2.6 – respectievelijk hbo-bachelorstudenten, wo-bachelorstudenten en wo-masterstudenten – zien we voor de meeste voorzieningen zeer vergelijkbare tevredenheidsscores in 2021 t/m 2024. De tevredenheidsscores over de aansluiting met de beroepspraktijk kunnen niet met elkaar worden vergeleken, doordat er sinds 2022 een extra antwoordcategorie bij is gekomen. Daarom is deze categorie niet toegevoegd in de figuren. In 2023/2024 is de vraag over studiebegeleiding voorgelegd aan alle studenten, terwijl in 2021/2022 de vraag alleen is voorgelegd aan studenten die door een selectievraag heen kwamen. Verandering in de tevredenheidsscores kan dus het gevolg zijn van een andere selectie studenten. Over het Engels van de docenten zien we een licht stijgende trend in de tevredenheidsscores van zowel hbo- als wo-studenten met een ondersteuningsvraag. Over het algemeen zijn de verschillen tussen 2021, 2022, 2023 en 2024 echter minimaal.

 

Figuur 2.4 Vergelijking tevredenheidsscores hbo-bachelorstudenten met een ondersteuningsbehoefte in de NSE 2021 - 2024.

Figuur 2.5: Vergelijking tevredenheidsscores wo-bachelorstudenten met een ondersteuningsbehoefte in de NSE 2021 - 2024.

Figuur 2.6: Vergelijking tevredenheidsscores wo-masterstudenten met een ondersteuningsbehoefte in de NSE 2021 - 2024.