
1945-1949 | De oprichting
De focus ligt op de oprichting van het Nederlands Studenten Sanatorium en de eerste stappen richting inclusie in het onderwijs.
Deze periode vormt de basis voor de oprichting en ontwikkeling van wat uiteindelijk uitmondt in de stichting handicap + studie, en later het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO). De nadruk op de integratie van studenten met een beperking in het reguliere onderwijs begint hier en heeft sindsdien een brede en grote impact.
Het ontstaan van het Nederlands Studenten Sanatorium
In de jaren veertig komt het idee voor een eigen sanatorium voor studenten tot leven. Prof. Heringa, die ziet dat veel studenten de premie van de ziekenfondsverzekering niet kunnen betalen, zet zich vol passie in voor betere studentengezondheidszorg. In 1944 ontmoeten hoogleraar Gorder en Heringa elkaar in Winschoten, waar zij samen het plan smeden om een sanatorium speciaal voor studenten te stichten. Heringa is ervan overtuigd dat studenten het beste kunnen kuren en studeren in hun eigen vertrouwde omgeving.
Heringa, schepper en ziel van studenten-sanatorium
Prof. dr. Heringa is de drijvende kracht achter de oprichting van het Nederlands Studenten Sanatorium in 1947. Onder zijn leiding krijgt het sanatorium een unieke combinatie van medische zorg en studiebegeleiding.
Heringa begrijpt als geen ander hoezeer de ziekte het sociale en academische leven van studenten beïnvloedt. Daarom streeft hij ernaar hen niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk te ondersteunen. Hij wordt dan ook gezien als een belangrijke pionier in de geschiedenis van inclusie binnen het onderwijs.
Beschermvrouwe en financiële steun
Prinses Juliana neemt het beschermvrouwschap van de nieuwe stichting op zich, die op 8 juni 1945 officieel wordt opgericht met Heringa als voorzitter. Een belangrijke financiële bijdrage komt van de heer Maduro, die ter nagedachtenis aan zijn vlak voor het einde van de oorlog overleden zoon, honderdduizend gulden schenkt.
Dankzij de vastberadenheid van mevrouw Boon van der Starp wordt dit geld gebruikt om Madurodam op te richten. De opbrengsten hiervan komen jarenlang ten goede aan het Nederlands Studenten Sanatorium.
Vrienden en opening van het sanatorium
Op 30 september 1948 wordt de stichting Vrienden van het Nederlands Studenten Sanatorium opgericht, wat de geldinzameling verder versnelt. Op 6 maart 1947 opent minister van Onderwijs Dr. J. Gielen de geheel verbouwde villa Dennenoord in Laren, die plaats biedt aan 18 patiënten. Dr. F.N. Sickenga wordt de eerste geneesheer-directeur.
Bouw en officiële opening
Op 7 oktober 1949 legt koningin Juliana de eerste steen van het nieuwe sanatorium. Dit gebouw wordt op 29 november 1951 in gebruik genomen en officieel geopend op 19 juni 1952 door minister van Onderwijs prof. dr. F.J.H. Rutten. Zo krijgt het Nederlands Studenten Sanatorium een stevige basis om studenten met tuberculose te helpen studeren en herstellen in een ondersteunende omgeving.
Kleine stad, groot hart: Madurodam steunt studenten en families
Het Nederlands Studenten Sanatorium ontvangt een schenking van fl. 1.500,- voor het reisfonds, om patiënten de kans te geven familie te zien, die op grote afstand wonen. Op de foto bedankt dr. G.C. Heringa mevrouw mr. J.E. Glastra van Loon-Boon, voorzitter van Madurodam, hartelijk voor haar warme steun aan het sanatorium.
De miniatuurversie van het Sanatorium werd in de vroege jaren van Madurodam gebouwd, als blijk van de hechte band tussen beide instellingen. De maquette toont het gebouw in detail en symboliseert de solidariteit met studenten met een beperking. Het is een van de weinige modellen in Madurodam die een directe, historische link hebben met de oorsprong en missie van het park.
Psychomatische benadering
Onderwijsdirecteur C.H. Brandt ziet kansen voor studenten om hun studie voort te zetten, ondanks hun ziekte. De geneesheer-directeur Sickenga introduceert een psychosomatische benadering, waarbij niet alleen de fysieke gezondheid van de patiënten centraal staat, maar ook hun psychische welzijn. Deze aanpak draagt bij aan een ‘opgewekt sociaal klimaat’ en is van groot belang voor de patiënten, die lange periodes van rust moeten ondergaan.
Tussen 1952-1957 worden er zelfs cum laude-examens afgenomen voor studenten in het sanatorium, wat de academische waarde van het sanatorium onderstreept.
Innovatie in onderwijs en studiebegeleiding
De directeur Onderwijs, C.H. Brandt, introduceert innovatieve studiemethoden voor studenten met tuberculose, waaronder het gebruik van bandopnames van hoorcolleges. Zo kunnen studenten hun studies voortzetten terwijl ze bedrust houden.
Voorleesdiensten: een nieuw begin
In 1957 start de afdeling ‘Studiehulp’ van het Nederlands Studenten Sanatorium, met steun van het Nederlands Studenten Orkest en Madurodam, een voorleesdienst op bandrecorder voor studenten die hun vakliteratuur niet zelf kunnen lezen. Oorspronkelijk voor blinde en slechtziende studenten bedoeld, breidt het snel uit naar alle studenten met een beperking.
Financiële uitdagingen en nieuwe oplossingen
Ook na de opening van het sanatorium blijft het financieel moeilijk. Het in 1952 opgerichte Nederlands Studentenorkest en de Academische Agenda, opgericht in 1953, helpen de nood te lenigen. Terwijl tuberculose langzaam op zijn retour is, besluit het bestuur in 1959 het sanatorium open te stellen voor alle tbc-patiënten die tijdens hun ziekte studie op middelbaar niveau willen volgen.
Grote verandering: hulp binnen én buiten het sanatorium
Eind 1959 neemt het bestuur het besluit de studiehulp te splitsen in hulp binnen en buiten het sanatorium. Dit sluit aan bij het eerder genomen besluit om ondersteuning uit te breiden naar lichamelijk gehandicapte studenten in het regulier onderwijs. Om financiële redenen wordt het sanatorium ook opengesteld voor niet-studenten. Deze verandering vraagt om een grote omschakeling: lesgeven aan middelbare scholieren is immers heel anders dan het faciliteren van zelfstudie aan studenten op academisch niveau.
Internationale belangstelling en erkenning
De methoden en successen van het NSS trekken in de vijftiger jaren internationale belangstelling. Dit leidt tot meer erkenning voor de noodzaak van ondersteuning voor studenten met een beperking binnen het hoger onderwijs. Vervoer voor uitwisseling wordt geregeld via het Nederlands Bureau voor Buitenlandse Studentenbetrekkingen (N.B.B.S.).
1945-1949 | De oprichting

De focus ligt op de oprichting van het Nederlands Studenten Sanatorium en de eerste stappen richting inclusie in het onderwijs.
Deze periode vormt de basis voor de oprichting en ontwikkeling van wat uiteindelijk uitmondt in de stichting handicap + studie, en later het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO). De nadruk op de integratie van studenten met een beperking in het reguliere onderwijs begint hier en heeft sindsdien een brede en grote impact.
Het ontstaan van het Nederlands Studenten Sanatorium
In de jaren veertig komt het idee voor een eigen sanatorium voor studenten tot leven. Prof. Heringa, die ziet dat veel studenten de premie van de ziekenfonds-verzekering niet kunnen betalen, zet zich vol passie in voor betere studentengezondheidszorg. In 1944 ontmoeten hoogleraar Gorder en Heringa elkaar in Winschoten, waar zij samen het plan smeden om een sanatorium speciaal voor studenten te stichten. Heringa is ervan overtuigd dat studenten het beste kunnen kuren en studeren in hun eigen vertrouwde omgeving.
Heringa, schepper en ziel van studenten-sanatorium
Prof. dr. Heringa is de drijvende kracht achter de oprichting van het Nederlands Studenten Sanatorium in 1947. Onder zijn leiding krijgt het sanatorium een unieke combinatie van medische zorg en studiebegeleiding.
Heringa begrijpt als geen ander hoezeer de ziekte het sociale en academische leven van studenten beïnvloedt. Daarom streeft hij ernaar hen niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk te ondersteunen. Hij wordt dan ook gezien als een belangrijke pionier in de geschiedenis van inclusie binnen het onderwijs.
Beschermvrouwe en financiële steun
Prinses Juliana neemt het beschermvrouwschap van de nieuwe stichting op zich, die op 8 juni 1945 officieel wordt opgericht met Heringa als voorzitter. Een belangrijke financiële bijdrage komt van de heer Maduro, die ter nagedachtenis aan zijn vlak voor het einde van de oorlog overleden zoon, honderdduizend gulden schenkt.
Dankzij de vastberadenheid van mevrouw Boon van der Starp wordt dit geld gebruikt om Madurodam op te richten. De opbrengsten hiervan komen jarenlang ten goede aan het Nederlands Studenten Sanatorium.
Vrienden en opening van het sanatorium
Op 30 september 1948 wordt de stichting Vrienden van het Nederlands Studenten Sanatorium opgericht, wat de geldinzameling verder versnelt. Op 6 maart 1947 opent minister van Onderwijs Dr. J. Gielen de geheel verbouwde villa Dennenoord in Laren, die plaats biedt aan 18 patiënten. Dr. F.N. Sickenga wordt de eerste geneesheer-directeur.
Bouw en officiële opening
Op 7 oktober 1949 legt koningin Juliana de eerste steen van het nieuwe sanatorium. Dit gebouw wordt op 29 november 1951 in gebruik genomen en officieel geopend op 19 juni 1952 door minister van Onderwijs prof. dr. F.J.H. Rutten. Zo krijgt het Nederlands Studenten Sanatorium een stevige basis om studenten met tuberculose te helpen studeren en herstellen in een ondersteunende omgeving.
Kleine stad, groot hart: Madurodam steunt studenten en families
Het Nederlands Studenten Sanatorium ontvangt een schenking van fl. 1.500,- voor het reisfonds, om patiënten de kans te geven familie te zien, die op grote afstand wonen. Op de foto bedankt dr. G.C. Heringa mevrouw mr. J.E. Glastra van Loon-Boon, voorzitter van Madurodam, hartelijk voor haar warme steun aan het sanatorium.
De miniatuurversie van het Sanatorium werd in de vroege jaren van Madurodam gebouwd, als blijk van de hechte band tussen beide instellingen. De maquette toont het gebouw in detail en symboliseert de solidariteit met studenten met een beperking. Het is een van de weinige modellen in Madurodam die een directe, historische link hebben met de oorsprong en missie van het park.
Psychomatische benadering
Onderwijsdirecteur C.H. Brandt ziet kansen voor studenten om hun studie voort te zetten, ondanks hun ziekte. De geneesheer-directeur Sickenga introduceert een psychosomatische benadering, waarbij niet alleen de fysieke gezondheid van de patiënten centraal staat, maar ook hun psychische welzijn. Deze aanpak draagt bij aan een ‘opgewekt sociaal klimaat’ en is van groot belang voor de patiënten, die lange periodes van rust moeten ondergaan.
Tussen 1952-1957 worden er zelfs cum laude-examens afgenomen voor studenten in het sanatorium, wat de academische waarde van het sanatorium onderstreept.
Innovatie in onderwijs en studiebegeleiding
De directeur Onderwijs, C.H. Brandt, introduceert innovatieve studiemethoden voor studenten met tuberculose, waaronder het gebruik van bandopnames van hoorcolleges. Zo kunnen studenten hun studies voortzetten terwijl ze bedrust houden.
Voorleesdiensten: een nieuw begin
In 1957 start de afdeling ‘Studiehulp’ van het Nederlands Studenten Sanatorium, met steun van het Nederlands Studenten Orkest en Madurodam, een voorleesdienst op bandrecorder voor studenten die hun vakliteratuur niet zelf kunnen lezen. Oorspronkelijk voor blinde en slechtziende studenten bedoeld, breidt het snel uit naar alle studenten met een beperking.
Financiële uitdagingen en nieuwe oplossingen
Ook na de opening van het sanatorium blijft het financieel moeilijk. Het in 1952 opgerichte Nederlands Studentenorkest en de Academische Agenda, opgericht in 1953, helpen de nood te lenigen. Terwijl tuberculose langzaam op zijn retour is, besluit het bestuur in 1959 het sanatorium open te stellen voor alle tbc-patiënten die tijdens hun ziekte studie op middelbaar niveau willen volgen.
Grote verandering: hulp binnen én buiten het sanatorium
Eind 1959 neemt het bestuur het besluit de studiehulp te splitsen in hulp binnen en buiten het sanatorium. Dit sluit aan bij het eerder genomen besluit om ondersteuning uit te breiden naar lichamelijk gehandicapte studenten in het regulier onderwijs. Om financiële redenen wordt het sanatorium ook opengesteld voor niet-studenten. Deze verandering vraagt om een grote omschakeling: lesgeven aan middelbare scholieren is immers heel anders dan het faciliteren van zelfstudie aan studenten op academisch niveau.
Internationale belangstelling en erkenning
De methoden en successen van het NSS trekken in de vijftiger jaren internationale belangstelling. Dit leidt tot meer erkenning voor de noodzaak van ondersteuning voor studenten met een beperking binnen het hoger onderwijs. Vervoer voor uitwisseling wordt geregeld via het Nederlands Bureau voor Buitenlandse Studentenbetrekkingen (N.B.B.S.).