1970-1979 | Doorbraak en vernieuwing
H.K.H. Prinses Beatrix woont in 1970 het congres 'Handicap in studie' bij in Groningen t.g.v. het 25 jarig jubileum.
De begeleiding van studenten met een handicap wordt steeds professioneler, wat leidt tot aanzienlijke verbeteringen in hun ondersteuning.
Deze periode markeert de transformatie van het NSS van een medische instelling naar een organisatie die zich richt op de bredere maatschappelijke en academische integratie van studenten met een beperking, met speciale aandacht voor beeldvorming, carrières en toegankelijkheid.
Groeiende beweging voor de rechten en participatie van mensen met een handicap
Diverse organisaties en actiegroepen zetten zich in voor betere toegankelijkheid, gelijke kansen en een menswaardigere behandeling. Aangepaste mensa’s en collegezalen worden geprezen, terwijl gebouwen met barrières worden bekritiseerd. Waar eerst de handicap van de student het probleem was, worden nu de ontoegankelijke gebouwen, scholen en universiteiten als het échte obstakel gezien.
Een overzicht van belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen die deze periode kenmerken:
1972: demonstratie in Nijmegen tegen ontoegankelijkheid Cultureel Centrum De Lindenberg; uit AIG ontstaat Werkgroep Integratie Gehandicapten.
1972: NKIB wordt Gehandicapten Organisatie Nederland (GON).
1973: start ‘Gekkenkrant’, ter bevordering van emancipatie van psychiatrische patiënten (stopt in 1981 vanwege onvoldoende effect).
Januari 1974: minister van Doorn publiceert brief en discussienota over herziening beleid voor belangenorganisaties van gehandicapten.
6 april 1974: oprichting van de Belangenvereniging van Kleine Mensen (BVKM).
1974: eerste algemene cliëntenorganisatie in de geestelijke gezondheidszorg.
1975: start van bezuinigingen op sociale zekerheid.
1976: advies oprichting gehandicaptenraad; eerste bijeenkomst in september.
1976: VN roept 1981 uit tot Internationaal Jaar van Gehandicapten.
1977: oprichting Afasievereniging; grote manifestatie tegen WAO-bezuinigingen.
1977: oprichting NVBS door fusie van blindenbonden.
1978: diverse acties tegen bezuinigingen; Nationaal Orgaan Gehandicaptenbeleid opgericht.
1978: oprichting Nederlandse Vereniging voor Autisme.
1979: oprichting van de Nederlandse Katholieke Dovenbond.
1979: landelijke demonstraties tegen bezuinigingen op sociale uitkeringen.
Uitbreiding naar zeven regionale bureaus
Het NSS breidt haar netwerk van lokale bureaus uit van twee naar zeven regionale bureaus, waaronder vestigingen in Utrecht, Groningen, Nijmegen, Amsterdam, Delft, Eindhoven en Leiden.
Dit vergroot de landelijke ondersteuning van studenten met een beperking.
Focus op arbeidsmarktkansen en ontspanning
Het bureau krijgt steeds breder inzicht in wat het betekent om met een handicap te leven. Er komt meer aandacht voor de carrière na het afstuderen, niet alleen voor de studie zelf. De discussie over geschikt werk en toekomstperspectieven voor studenten met een beperking na hun afstuderen, krijgt steeds meer aandacht.
Men gaat over naar een informelere, modernere stijl, met termen als 'eksperimenten' en 'eksamens', en de redacteuren worden met voornamen genoemd.
Om het leven van studenten met een beperking te verrijken komt er in toenemende mate aandacht voor ontspanning: vakantiekampen, paardrijden en skiën. Alles is mogelijk, ook met een handicap, lijkt men te willen zeggen.
Economische situatie verslechtert
De financiële situatie van het NSS wordt steeds zorgelijker door de verslechterende economische omstandigheden. Het bestuur maakt zich zorgen over het snelle verloop van beschikbare middelen vanuit de verkoop van het sanatorium in 1965.
Ondanks de groeiende vraag naar de diensten van het NSS, breidt de overheid de financiële steun niet verder uit.
Extra subsidie blijft uit
In 1977 komen de studentendecanen in beeld na het rapport ‘studentenbeleid’ van de Academische Raad. Daarin wordt gesteld dat een functie van studentendecaan/ maatschappelijk werk, steun verdient vanuit de universiteit, en dat deze functionarissen onderdeel kunnen worden van de universitaire formatie. Voor het NSS is deze gedachtegang lastig: hoewel men de aandacht voor studenten met beperkingen verwelkomt, ziet men de ondersteuning van deze studenten als primair de taak van het NSS.
Dit standpunt vormt de basis voor een subsidieaanvraag bij het ministerie van OCW om de financiële situatie te stabiliseren, maar extra subsidie blijft uit.
Aandacht voor psychische beperkingen
In de jaren zeventig verandert de benadering van de ‘psychische’ dimensie van handicaps. Waar het Nederlands Studenten Sanatorium in de jaren zestig nog een klein aantal studenten met een psychische handicap ondersteunt, verdwijnt deze groep in de jaren zeventig uit de statistieken, vanaf 1974-1975 zelfs zonder vermelding.
De psychische dimensie krijgt nog wel aandacht, maar alleen in verband met de psychologische problemen van studenten met een lichamelijke handicap. Studenten met een visuele beperking worden steeds talrijker, terwijl longtuberculose vrijwel verdwijnt.
De diversiteit van aandoeningen neemt toe, zoals ‘andere neurologische aandoeningen’ en ‘andere interne ziekten’. In 1979-1980 wordt het categoriseren van aandoeningen minder belangrijk. In de jaren tachtig wordt statistiek en indeling als minder relevant beschouwd.
Meer autonomie in studieproces
Studenten met een beperking krijgen steeds meer autonomie in hun studieprocessen. Het NSS pleit voor een benadering waarin de student zelf verantwoordelijk is voor de oplossingen die zij nodig hebben, en streeft naar maatwerk en integrale aanpak van hun studiebehoeften.
Naar Stichting Handicap & Studie
In 1978 verandert de stichting haar naam van 'Nederlands Studenten Sanatorium' naar 'Stichting Handicap & Studie NSS'. Deze naamswijziging benadrukt de nieuwe focus op studieondersteuning voor studenten met een beperking, terwijl de link met het oorspronkelijke sanatorium behouden blijft. De stichting richt zich op het bevorderen van de studie- en werkparticipatie van studenten met een beperking.
Vele jaren zijn ze gevestigd aan de Willem Barentszstraat 5 te Utrecht.
Studentondersteuning
De begeleiding van studenten met een functiebeperking, zoals het regelen van praktische zaken met docenten, verzorgt een medewerker van Handicap & Studie op de universiteit. Gemiddeld vragen zo'n 10 tot 20 studenten per instelling per jaar om hulp.
Het Landelijk Beraad Studentendecanen (LBS) bestaat al in de jaren zeventig, maar omdat de begeleiding van studenten met een functiebeperking niet tot de taken van de decanen behoort, staat dit onderwerp niet op de agenda van dit overleg.
Huisvestingsproblematiek
Studenten met een handicap lopen vaak tegen extra obstakels aan bij het vinden van geschikte huisvesting. Veel studentenkamers zijn niet rolstoeltoegankelijk of missen noodzakelijke aanpassingen. Ook is het aanbod beperkt en weten studenten niet altijd waar ze passende woonruimte kunnen vinden. Hierdoor staat zelfstandig studeren en wonen onnodig onder druk.
1970-1979 | Doorbraak & vernieuwing
De begeleiding van studenten met een handicap wordt steeds professioneler, wat leidt tot aanzienlijke verbeteringen in hun ondersteuning.
Deze periode markeert de transformatie van het NSS van een medische instelling naar een organisatie die zich richt op de bredere maatschappelijke en academische integratie van studenten met een beperking, met speciale aandacht voor beeldvorming, carrières en toegankelijkheid.
Groeiende beweging voor de rechten en participatie van mensen met een handicap
Diverse organisaties en actiegroepen zetten zich in voor betere toegankelijkheid, gelijke kansen en een menswaardigere behandeling. Aangepaste mensa’s en collegezalen worden geprezen, terwijl gebouwen met barrières worden bekritiseerd. Waar eerst de handicap van de student het probleem was, worden nu de ontoegankelijke gebouwen, scholen en universiteiten als het échte obstakel gezien.
Een overzicht van belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen die deze periode kenmerken:
1972: demonstratie in Nijmegen tegen ontoegankelijkheid Cultureel Centrum De Lindenberg; uit AIG ontstaat Werkgroep Integratie Gehandicapten.
1972: NKIB wordt Gehandicapten Organisatie Nederland (GON).
1973: start ‘Gekkenkrant’, ter bevordering van emancipatie van psychiatrische patiënten (stopt in 1981 vanwege onvoldoende effect).
Januari 1974: minister van Doorn publiceert brief en discussienota over herziening beleid voor belangenorganisaties van gehandicapten.
6 april 1974: oprichting van de Belangenvereniging van Kleine Mensen (BVKM).
1974: eerste algemene cliëntenorganisatie in de geestelijke gezondheidszorg.
1975: start van bezuinigingen op sociale zekerheid.
1976: advies oprichting gehandicaptenraad; eerste bijeenkomst in september.
1976: VN roept 1981 uit tot Internationaal Jaar van Gehandicapten.
1977: oprichting Afasievereniging; grote manifestatie tegen WAO-bezuinigingen.
1977: oprichting NVBS door fusie van blindenbonden.
1978: diverse acties tegen bezuinigingen; Nationaal Orgaan Gehandicaptenbeleid opgericht.
1978: oprichting Nederlandse Vereniging voor Autisme.
1979: oprichting van de Nederlandse Katholieke Dovenbond.
1979: landelijke demonstraties tegen bezuinigingen op sociale uitkeringen.
Uitbreiding naar zeven regionale bureaus
Het NSS breidt haar netwerk van lokale bureaus uit van twee naar zeven regionale bureaus, waaronder vestigingen in Utrecht, Groningen, Nijmegen, Amsterdam, Delft, Eindhoven en Leiden.
Dit vergroot de landelijke ondersteuning van studenten met een beperking.
Focus op arbeidsmarktkansen en ontspanning
Het bureau krijgt steeds breder inzicht in wat het betekent om met een handicap te leven. Er komt meer aandacht voor de carrière na het afstuderen, niet alleen voor de studie zelf. De discussie over geschikt werk en toekomstperspectieven voor studenten met een beperking na hun afstuderen, krijgt steeds meer aandacht.
Men gaat over naar een informelere, modernere stijl, met termen als 'eksperimenten' en 'eksamens', en de redacteuren worden met voornamen genoemd.
Om het leven van studenten met een beperking te verrijken komt er in toenemende mate aandacht voor ontspanning: vakantiekampen, paardrijden en skiën. Alles is mogelijk, ook met een handicap, lijkt men te willen zeggen.
Economische situatie verslechtert
De financiële situatie van het NSS wordt steeds zorgelijker door de verslechterende economische omstandigheden. Het bestuur maakt zich zorgen over het snelle verloop van beschikbare middelen vanuit de verkoop van het sanatorium in 1965.
Ondanks de groeiende vraag naar de diensten van het NSS, breidt de overheid de financiële steun niet verder uit.
Extra subsidie blijft uit
In 1977 komen de studentendecanen in beeld na het rapport ‘studentenbeleid’ van de Academische Raad. Daarin wordt gesteld dat een functie van studentendecaan/ maatschappelijk werk, steun verdient vanuit de universiteit, en dat deze functionarissen onderdeel kunnen worden van de universitaire formatie. Voor het NSS is deze gedachtegang lastig: hoewel men de aandacht voor studenten met beperkingen verwelkomt, ziet men de ondersteuning van deze studenten als primair de taak van het NSS.
Dit standpunt vormt de basis voor een subsidieaanvraag bij het ministerie van OCW om de financiële situatie te stabiliseren, maar extra subsidie blijft uit.
Aandacht voor psychische beperkingen
In de jaren zeventig verandert de benadering van de ‘psychische’ dimensie van handicaps. Waar het Nederlands Studenten Sanatorium in de jaren zestig nog een klein aantal studenten met een psychische handicap ondersteunt, verdwijnt deze groep in de jaren zeventig uit de statistieken, vanaf 1974-1975 zelfs zonder vermelding.
De psychische dimensie krijgt nog wel aandacht, maar alleen in verband met de psychologische problemen van studenten met een lichamelijke handicap. Studenten met een visuele beperking worden steeds talrijker, terwijl longtuberculose vrijwel verdwijnt.
De diversiteit van aandoeningen neemt toe, zoals ‘andere neurologische aandoeningen’ en ‘andere interne ziekten’. In 1979-1980 wordt het categoriseren van aandoeningen minder belangrijk. In de jaren tachtig wordt statistiek en indeling als minder relevant beschouwd.
Meer autonomie in studieproces
Studenten met een beperking krijgen steeds meer autonomie in hun studieprocessen. Het NSS pleit voor een benadering waarin de student zelf verantwoordelijk is voor de oplossingen die zij nodig hebben, en streeft naar maatwerk en integrale aanpak van hun studiebehoeften.
Naar Stichting Handicap & Studie
In 1978 verandert de stichting haar naam van 'Nederlands Studenten Sanatorium' naar 'Stichting Handicap & Studie NSS'. Deze naamswijziging benadrukt de nieuwe focus op studieondersteuning voor studenten met een beperking, terwijl de link met het oorspronkelijke sanatorium behouden blijft. De stichting richt zich op het bevorderen van de studie- en werkparticipatie van studenten met een beperking.
Vele jaren zijn ze gevestigd aan de Willem Barentszstraat 5 te Utrecht.
Studentondersteuning
De begeleiding van studenten met een functiebeperking, zoals het regelen van praktische zaken met docenten, verzorgt een medewerker van Handicap & Studie op de universiteit. Gemiddeld vragen zo'n 10 tot 20 studenten per instelling per jaar om hulp.
Het Landelijk Beraad Studentendecanen (LBS) bestaat al in de jaren zeventig, maar omdat de begeleiding van studenten met een functiebeperking niet tot de taken van de decanen behoort, staat dit onderwerp niet op de agenda van dit overleg.
Huisvestingsproblematiek
Studenten met een handicap lopen vaak tegen extra obstakels aan bij het vinden van geschikte huisvesting. Veel studentenkamers zijn niet rolstoeltoegankelijk of missen noodzakelijke aanpassingen. Ook is het aanbod beperkt en weten studenten niet altijd waar ze passende woonruimte kunnen vinden. Hierdoor staat zelfstandig studeren en wonen onnodig onder druk.