Papieren over elkaar, op de bovenste staan checkboxen waarvan een aantal met een vinkje. daarnaast staan tekstregels. Er onder de tekst: Punten halen.

Sleutelmoment

Punten halen

Perspectief student

Studiepunten verdien je met toetsen en opdrachten maken. Een minimum aantal studiepunten is vaak vereist in het eerste jaar, anders mag je niet doorgaan. Bepaalde toetsen of toetsvormen gaan niet goed samen met je belemmeringen. Maar je moet ze wel maken, want ze liggen vast in het curriculum of leerplan. Je loopt misschien studiepunten mis en hebt aan het einde van het eerste jaar onvoldoende studiepunten om door te mogen.

Sandra, afgestudeerd hbo Communicatie en master Global Studies aan de universiteit in Zweden, heeft dyslexie en chronische rugpijn.

"Ik haalde steeds mijn examens niet, ondanks dat ik alle boeken las. Achteraf besef ik dat dit kwam door mijn leerstrategie: alleen lezen en nauwelijks toepassen. Hulpmiddelen of inzicht in andere leermethodes had ik toen nog niet. Via de studieadviseur kwam ik bij de studentenpsycholoog, die voorstelde om me op dyslexie te laten testen.

Dankzij de studentendecaan kreeg ik extra tijd en een aparte ruimte voor tentamens, wat hielp. Zelf ben ik gaan zoeken naar betere leerstrategieën en volgde een cursus mindmaps maken. Dit was een keerpunt: het visueel maken van de stof hielp me de samenhang te zien en beter te onthouden. Hierdoor gingen tentamens en schrijfopdrachten veel beter. Ik had het fijn gevonden als zulke cursussen vanuit de opleiding werden aangeboden en als er meer flexibiliteit was geweest voor opdrachten of afstuderen. Dat had mijn resultaten verder verbeterd."

Begeleiders

Studentendecaan

Als studentendecaan ken jij de student vaak het beste; je weet wat de ondersteuningsbehoefte inhoudt en waarmee hij, zij of hen gebaat is. De toekenning van veel voorkomende voorzieningen, bijvoorbeeld extra tijd bij dyslexie, kun je standaardiseren, waarbij jij als studentendecaan het mandaat hebt om deze voorzieningen goed te keuren. Over maatwerk, zoals een alternatieve toetsvorm, moet de examencommissie beslissen. Staat de examencommissie huiverig tegenover aangepaste toetsing? Als een negatief BSA dreigt, vraagt de student in overleg met de studieadviseur of studieloopbaanbegeleider uitstel aan.

Docent

Wil je als docent kunnen instaan voor een gelijkwaardig alternatief? Pak de toetsmatrijs erbij! Krijg je na goedkeuring van de examencommissie het verzoek van je opleidingsdirecteur om een bestaande toets om te bouwen naar een andere toetsvorm voor een student met een ondersteuningsbehoefte? En wil je kunnen instaan voor een gelijkwaardig alternatief? Dan kun je hiervoor de toetsmatrijs gebruiken van de oorspronkelijke toets. Als docent neem je zelf ook de toets in alternatieve vorm af. Omwille van de transparantie doe je dit bij voorkeur samen met een andere docent. 

Studieloopbaanbegeleider, Studieadviseur

Je merkt dat een student met een ondersteuningsbehoefte worstelt met steeds terugkerende problemen bij een bepaalde toets of werkvorm als gevolg van een belemmering. Ga samen met de student én de vakdocent na wat de oorzaak is. Is het de toets of werkvorm, kan extra tijd helpen of het gebruik van een hulpmiddel? Soms ligt de oplossing in een alternatieve toetsvorm. Ga daarbij uit van de leeruitkomst van de toets en wat de student wél kan. Misschien zijn er collega’s die goede voorbeelden hebben uit de praktijk. Voor de verplichte taaltoets bijvoorbeeld is er een module dyslexie ontwikkeld als alternatief. Meer informatie vind je op de website van ECIO.           

Dreigt er een negatief bindend studieadvies (BSA) en weet je dat dit wordt veroorzaakt door de ondersteuningsbehoefte? Waarschuw de student tijdig, zodat er genoeg tijd is om bezwaar aan te tekenen. Stuur de student naar de studentendecaan voor een aanvraag van uitstel van BSA. Kijk ook of er een aangepaste studieplanning nodig is. 

Ondersteuners

Medewerker Studentenadministratie

Werk je met een studentvolgsysteem? Voor alternatieve toetsing valt er een mouw aan te passen. Het kan zijn dat het systeem niet toelaat dat je toetsresultaten later invoert dan binnen de vooraf ingestelde termijn. Bijvoorbeeld: de toetsen van blok 2 zijn gepland in week 4, dan dienen de resultaten uiterlijk in week 7 ingevoerd te zijn (termijn van 3 weken). Het toepassen van alternatieve toetsing bij studenten met een ondersteuningsbehoefte kost extra (procedure) tijd. Een student die een alternatieve toets maakt, kan de toetsen dus niet 4 weken later maken, want dan kun je de resultaten niet meer invoeren. Vraag een medewerker van de ICT-afdeling om hulp om het systeem hierop aan te passen.

Beslissers

Lid van Examencommissie

Kun je als lid van de Examencommissie nog instaan voor de kwaliteit als het om alternatieve toetsing gaat? Wel als je bedenkt dat het om de vorm gaat en niet om de inhoud. Er bestaan meerdere manieren om dezelfde competenties te testen. Goed om bij de beoordeling van een dergelijk verzoek je vast te houden aan de criteria van de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap en chronische ziekten (WGBh/cz). Daarin staat dat de voorziening noodzakelijk moet zijn en geschikt. 

Vertrouw op de deskundigheid van de studentendecaan en de docent om de toets in een andere vorm te gieten die wel geschikt is voor de student en zijn, haar of diens ondersteuningsbehoefte. Je vindt meer informatie op de website van ECIO. Informeer de student over de termijn van besluitvorming en koppel de besluiten schriftelijk terug, voorzien van motivatie. Als lid van de examencommissie behandel je ook aanvragen voor uitstel van BSA op grond van bijzondere omstandigheden. Het recht op uitstel van BSA op grond van bijzondere omstandigheden is vastgelegd in de WHW, artikel 7.8b lid 3.

Opleidingsdirecteur

De examencommissie heeft positief geoordeeld. Nu moet je werk maken van een alternatieve toets. Als opleidingsdirecteur geef je de betreffende docent opdracht hiertoe. Bedenk dat je de docent ook in staat moet stellen om dit te doen. Je stelt daarvoor tijd en budget beschikbaar. Extra voorzieningen kosten geld. Het is raadzaam om hiervoor een bedrag op te nemen in de begroting. Een consequente registratie van het aantal studenten met een ondersteuningsbehoefte helpt mee om een goede begroting voor studeren met een ondersteuningsbehoefte te maken.

Papieren over elkaar, op de bovenste staan checkboxen waarvan een aantal met een vinkje. daarnaast staan tekstregels. Er onder de tekst: Punten halen.

Sleutelmoment

Punten halen

Perspectief student

Studiepunten verdien je met toetsen en opdrachten maken. Een minimum aantal studiepunten is vaak vereist in het eerste jaar, anders mag je niet doorgaan. Bepaalde toetsen of toetsvormen gaan niet goed samen met je belemmeringen. Maar je moet ze wel maken, want ze liggen vast in het curriculum of leerplan. Je loopt misschien studiepunten mis en hebt aan het einde van het eerste jaar onvoldoende studiepunten om door te mogen.

Sandra, afgestudeerd hbo Communicatie en master Global Studies aan de universiteit in Zweden, heeft dyslexie en chronische rugpijn.

"Ik haalde steeds mijn examens niet, ondanks dat ik alle boeken las. Achteraf besef ik dat dit kwam door mijn leerstrategie: alleen lezen en nauwelijks toepassen. Hulpmiddelen of inzicht in andere leermethodes had ik toen nog niet. Via de studieadviseur kwam ik bij de studentenpsycholoog, die voorstelde om me op dyslexie te laten testen.

Dankzij de studentendecaan kreeg ik extra tijd en een aparte ruimte voor tentamens, wat hielp. Zelf ben ik gaan zoeken naar betere leerstrategieën en volgde een cursus mindmaps maken. Dit was een keerpunt: het visueel maken van de stof hielp me de samenhang te zien en beter te onthouden. Hierdoor gingen tentamens en schrijfopdrachten veel beter. Ik had het fijn gevonden als zulke cursussen vanuit de opleiding werden aangeboden en als er meer flexibiliteit was geweest voor opdrachten of afstuderen. Dat had mijn resultaten verder verbeterd."

Begeleiders

Studentendecaan

Als studentendecaan ken jij de student vaak het beste; je weet wat de ondersteuningsbehoefte inhoudt en waarmee hij, zij of hen gebaat is. De toekenning van veel voorkomende voorzieningen, bijvoorbeeld extra tijd bij dyslexie, kun je standaardiseren, waarbij jij als studentendecaan het mandaat hebt om deze voorzieningen goed te keuren. Over maatwerk, zoals een alternatieve toetsvorm, moet de examencommissie beslissen. Staat de examencommissie huiverig tegenover aangepaste toetsing? Als een negatief BSA dreigt, vraagt de student in overleg met de studieadviseur of studieloopbaanbegeleider uitstel aan.

Docent

Wil je als docent kunnen instaan voor een gelijkwaardig alternatief? Pak de toetsmatrijs erbij! Krijg je na goedkeuring van de examencommissie het verzoek van je opleidingsdirecteur om een bestaande toets om te bouwen naar een andere toetsvorm voor een student met een ondersteuningsbehoefte? En wil je kunnen instaan voor een gelijkwaardig alternatief? Dan kun je hiervoor de toetsmatrijs gebruiken van de oorspronkelijke toets. Als docent neem je zelf ook de toets in alternatieve vorm af. Omwille van de transparantie doe je dit bij voorkeur samen met een andere docent. 

Studieloopbaanbegeleider, Studieadviseur

Je merkt dat een student met een ondersteuningsbehoefte worstelt met steeds terugkerende problemen bij een bepaalde toets of werkvorm als gevolg van een belemmering. Ga samen met de student én de vakdocent na wat de oorzaak is. Is het de toets of werkvorm, kan extra tijd helpen of het gebruik van een hulpmiddel? Soms ligt de oplossing in een alternatieve toetsvorm. Ga daarbij uit van de leeruitkomst van de toets en wat de student wél kan. Misschien zijn er collega’s die goede voorbeelden hebben uit de praktijk. Voor de verplichte taaltoets bijvoorbeeld is er een module dyslexie ontwikkeld als alternatief. Meer informatie vind je op de website van ECIO.           

Dreigt er een negatief bindend studieadvies (BSA) en weet je dat dit wordt veroorzaakt door de ondersteuningsbehoefte? Waarschuw de student tijdig, zodat er genoeg tijd is om bezwaar aan te tekenen. Stuur de student naar de studentendecaan voor een aanvraag van uitstel van BSA. Kijk ook of er een aangepaste studieplanning nodig is. 

Ondersteuners

Medewerker Studentenadministratie

Werk je met een studentvolgsysteem? Voor alternatieve toetsing valt er een mouw aan te passen. Het kan zijn dat het systeem niet toelaat dat je toetsresultaten later invoert dan binnen de vooraf ingestelde termijn. Bijvoorbeeld: de toetsen van blok 2 zijn gepland in week 4, dan dienen de resultaten uiterlijk in week 7 ingevoerd te zijn (termijn van 3 weken). Het toepassen van alternatieve toetsing bij studenten met belemmeringen kost extra (procedure) tijd. Een student die een alternatieve toets maakt, kan de toetsen dus niet 4 weken later maken, want dan kun je de resultaten niet meer invoeren. Vraag een medewerker van de ICT-afdeling om hulp om het systeem hierop aan te passen.

Beslissers

Lid van Examencommissie

Kun je als lid van de Examencommissie nog instaan voor de kwaliteit als het om alternatieve toetsing gaat? Wel als je bedenkt dat het om de vorm gaat en niet om de inhoud. Er bestaan meerdere manieren om dezelfde competenties te testen. Goed om bij de beoordeling van een dergelijk verzoek je vast te houden aan de criteria van de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap en chronische ziekten (WGBh/cz). Daarin staat dat de voorziening noodzakelijk moet zijn en geschikt. 

Vertrouw op de deskundigheid van de studentendecaan en de docent om de toets in een andere vorm te gieten die wel geschikt is voor de student en zijn, haar of diens ondersteuningsbehoefte. Je vindt meer informatie op de website van ECIO. Informeer de student over de termijn van besluitvorming en koppel de besluiten schriftelijk terug, voorzien van motivatie. Als lid van de examencommissie behandel je ook aanvragen voor uitstel van BSA op grond van bijzondere omstandigheden. Het recht op uitstel van BSA op grond van bijzondere omstandigheden is vastgelegd in de WHW, artikel 7.8b lid 3.

Opleidingsdirecteur

De examencommissie heeft positief geoordeeld. Nu moet je werk maken van een alternatieve toets. Als opleidingsdirecteur geef je de betreffende docent opdracht hiertoe. Bedenk dat je de docent ook in staat moet stellen om dit te doen. Je stelt daarvoor tijd en budget beschikbaar. Extra voorzieningen kosten geld. Het is raadzaam om hiervoor een bedrag op te nemen in de begroting. Een consequente registratie van het aantal studenten met een ondersteuningsbehoefte helpt mee om een goede begroting voor studeren met een ondersteuningsbehoefte te maken.